Ontwikkelingsperspectief
Voor iedere leerling stelt het bevoegd gezag binnen 6 weken na plaatsing een ontwikkelingsperspectief (OPP) vast na advies van de Commissie van Begeleiding en nadat op overeenstemming gericht overleg met de ouders is gevoerd.
In het ontwikkelingsperspectief nemen we op:
-
De te verwachten uitstroombestemming van de leerling, bijvoorbeeld uitstroom naar arbeid of het middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
-
Het te verwachten eindniveau. Het eindniveau staat in relatie tot de voor de uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden. Bijvoorbeeld de vaardigheden die je als werknemer nodig hebt of het diploma dat nodig is om door te kunnen stromen naar een vervolgopleiding
-
De leerroute die de school, binnen het uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht of vervolgonderwijs, met de leerling volgt om het eindniveau te bereiken.
Onderbouwing
Bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief formuleert de school een duidelijke onderbouwing. De onderbouwing van het ontwikkelingsperspectief bevat de samenhangende argumenten die relevant zijn voor het onderwijs en die daarmee de keuze voor de uitstroombestemming onderbouwen. Daarbij houden we rekening met de mogelijkheden van de leerling in relatie tot de voor de uitstroombestemming vereiste kennis en vaardigheden.
De onderbouwing bevat in ieder geval een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling. Het gaat hier om kindgebonden factoren en factoren in de context die het onderwijsproces kunnen beïnvloeden en die (mede) bepalen of een leerling een bepaalde uitstroombestemming kan bereiken. Bevorderende factoren zijn bijvoorbeeld motivatie, doorzettingsvermogen en een stimulerende thuisomgeving. Belemmerende factoren kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van een gedrags- en/of psychiatrische stoornis.
Vervolg
Het ontwikkelingsperspectief speelt een centrale rol in het cyclisch proces van planmatig handelen bij het onderwijs. Gedurende het onderwijstraject worden concrete doelen gesteld en wordt de ontwikkeling van de leerling nauwkeurig gevolgd met behulp van voortgangsregistratie.
Ten minste één keer per jaar evalueren we met de ouders en de leerling het ontwikkelingsperspectief. Op basis van deze evaluatie treffen we, als dit nodig is, extra maatregelen om de leerling op koers richting uitstroombestemming te houden. Soms kan het nodig zijn om het ontwikkelingsperspectief bij te stellen als de leerling een andere ontwikkeling doormaakt dan we aan het begin van de schoolperiode hadden verwacht.